Van der Poel open over moeilijke periode: dit was er aan de hand
Terwijl de kampioenschappen op de weg werden gereden, besloot Mathieu van der Poel dat het tijd was om even afstand te nemen en van iets anders te genieten. De Nederlandse renner had zijn fiets eerder dan gewoonlijk aan de kant gezet, want een lang en zwaar seizoen had duidelijk zijn tol geëist.
Ziekte zorgde voor grote problemen
Het was al een druk jaar voor Van der Poel, maar een ziekte tijdens de Tour de France verhinderde hem om zijn gebruikelijke vorm terug te vinden. “De longontsteking waardoor ik de Tour moest verlaten, bleek erger dan we eerst dachten. Ik heb er nog lang mee gesukkeld, vooral omdat je als topsporter zo snel mogelijk weer wilt fietsen in plaats van extra rust te nemen. Dat had een extra impact,” vertelde hij aan HLN.
“Ik ken mijn lichaam intussen goed en voelde dat het niet goed herstelde. Ik heb nog geprobeerd er het beste van te maken, maar dat lukte niet. Ik had rust nodig, zowel fysiek als mentaal.”
‘Septemberitis’
Van der Poel gaf ook toe dat hij mentaal aan een reset toe was — wat renners ‘Septemberitis’ noemen. “Zeker weten. In augustus en september waren er weinig koersen voor mij. Ik deed nog mee aan de Renewi Tour, maar had moeite om mezelf te motiveren,” zei hij.
Zijn trainingen leden daaronder. “Normaal train ik meer dan nodig, maar dit keer was het omgekeerd. Ik sloeg meer trainingen over dan dat ik ze afwerkte, en dat is bij mij nooit een goed teken. Ik snakte naar rust.”
Stijgende druk
Ook Wout van Aert gaf toe moeite te hebben gehad om zich na de Tour weer op te laden. Van der Poel begrijpt dat volledig: “De druk op ons is groter geworden. De koersen zijn zwaarder en er wordt anders gekoerst. Tel daarbij de hoogtestages en lange voorbereidingen op — dat weegt allemaal door. Als kopman moet je er altijd staan.”
